F2447789-3359-49C8-BA40-E2C2EB8B5592

Nieuwsbrief juni 2009: Hittestress

De komende maanden zullen we waarschijnlijk weer vaker te maken gaan krijgen met warme dagen. Dit kan bij kalveren leiden tot hittestress.

Hittestress is een toestand waarbij het dier zijn eigen temperatuur niet meer binnen de normaalwaarden (comfort zone) kan houden. Oftewel hij kan zijn geproduceerde warmte niet meer voldoende kwijt aan zijn omgeving waardoor de lichaamstemperatuur zal stijgen.

Kalveren die last hebben van hittestress zijn nat van het zweet, lusteloos, hebben een verminderde voeropname, hebben een versnelde ademhaling en staan in het ergste geval met de bek open te ademen.

Kalveren vinden over het algemeen een temperatuur tussen de 0 en de 21 graden Celsius (voor jonge kalveren tussen 15 en 20 graden Celsius, voor oudere vleeskalveren tussen 0 en 12 graden Celsius) comfortabel en kunnen binnen dit temperatuurbereik hun warmtehuishouding goed regelen. De lichaamstemperatuur kan een kalf op peil houden door de doorbloeding van de huid te verhogen, haren overeind te zetten, zweten en versneld ademen. Echter bij stijgende temperaturen en toenemende luchtvochtigheid (geeft samen een hoge gevoelstemperatuur) kan een kalf in de problemen komen en last krijgen van hittestress. Dit houdt in dat de warmteproductie van het kalf hoger is dan de warmte die het kalf aan zijn omgeving kan afgeven. Voor melkvee is er een formule ontwikkeld die een goede indicatie geeft over de stress die hierdoor ontstaat.

De formule: de staltempertuur-[0,55-(0,55*relatieve luchtvochtigheid/100)]*(staltemperatuur-58,8)=score

Let wel op de temperaturen in de formule zijn in Fahrenheit. Dus deze moeten omgerekend worden vanuit Celsius.

De formule hiervoor is: temperatuur Fahrenheit = (9/5*Temp. celsius) + 32

Aan de uitkomst kan het volgende geconcludeerd worden

  • <72 geen stress
  • 72-78 geringe stress
  • 78-89 erge stress
  • 89-98 zeer erge stress
  • >98 kan leiden tot de dood

Boven een score van 78 kan melkvee de lichaamstemperatuur niet goed vasthouden. Gebeurt dit gedurende een lange periode zonder afkoeling dan leidt dit tot tegenvallende technische resultaten, meer kans op ziekten en mogelijk zelfs tot sterfte.

Bij deze hoge scores moet men aanvullende maatregelen nemen om problemen te voorkomen. Maatregelen die dienen en/of kunnen genomen worden zijn:

  • Biedt extra water aan: Het kalf verliest in deze periode veel vocht, wat aangevuld dient te worden. (Bij 32 graden is de behoefte aan water 2x zo groot als bij 12 graden) Zorg er verder voor dat de kalveren gemakkelijk aan het water kunnen en ook in een korte periode voldoende water op kunnen nemen. Oftewel verminder de inspanning die ze moeten leveren om het water op te kunnen nemen.
  • Maximaal ventileren: Verwijder zelfs evt het windbreekgaas. Tocht treedt in deze periode nauwelijks op (tocht is namelijk koude lucht met hoge snelheid). Hierdoor kan het kalf makkelijker zijn warmte kwijt. Let wel op bij koude nachttemperaturen, dan dient de ventilatie aangepast te worden.
  • Voergift terug: Breng het rantsoen tijdig terug naar maximaal 70% van het totale rantsoen gedurende minimaal 2 voedingen (bij kalveren op de melk betekent dit dunner voeren) en probeer niet op het heetst van de dag te voeren (voertijdstip in de ochtend eerder en in de avond later bijvoorbeeld). De vertering van het voer zorgt ook voor een behoorlijke warmteproductie. Verder kan het raadzaam zijn om de voerfrequentie te verhogen. Voorwaarde is wel dat er voldoende vreetruimte aanwezig is voor alle kalveren Overleg dit alles met uw voervoorlichter.
  • Aanpassing rantsoen: Dit dient ook in overleg met uw voervoorlichter te gebeuren.  Vooral voor de rosekalveren van toepassing. Aangezien er meer warmte vrijkomt tijdens de afbraak van ruw vezel dan tijdens de fermentatie van makkelijk verteerbare koolhydraten kun je beter voor een goede graskuil of hooi gaan ipv stro.
  • Toevoeging van mineralen: Door zweten en speekselen verliezen dieren  natrium en kalium. Deze elementen zorgen mede voor het handhaven van de zuur-base balans. Verder wordt er minder gegeten dus neemt de concentratie natrium-bicarbonaat af in het speeksel. Door deze factoren loopt men het risico op pensverzuring. Dus een extra toevoeging van deze elementen kan zeker geen kwaad.
  • Toevoeging vitaminen:  Vitamine C en vitamine E zijn anti-oxydanten. deze vitaminen zorgen ervoor dat het lichaam makkelijker met stress om kan gaan. Verder zou men kunnen denken aan vitamine B aangezien de pens ook trager werkt en deze vitamine in de pens wordt gemaakt.
  • Maïs: denk aan de voersnelheid en het ontstaan van broei in de kuil. Maar denk daarnaast ook aan de broei die op stal kan ontstaan.
  • Rust: Zorg voor rust in de stal tijdens de warmste uren. Denk hierbij ook aan vliegenbestrijding in de stal. Door met dieren om te gaan kan de lichaamstemperatuur met een 1/2 tot wel 3 graden toenemen.
  • Nat maken daken: Vooral van belang bij ongeïsoleerde stallen. Dit zorgt voor afkoeling in de stal. Nog beter is het om geïsoleerde daken te hebben. Water vernevelen in de stal kan gevaarlijk zijn. Dit kan namelijk de realtieve luchtvochtigheid doen toenemen. De druppels moeten als men het doet zeer groot zijn.

Ondanks deze maatregelen kan het toch gebeuren dat een kalf oververhit raakt. Breng dit kalf dan naar buiten in de schaduw en maak hem nat met koud water via bijvoorbeeld een tuinslang. Raadpleeg daarna een dierenarts hoe te handelen.

Let wel op als er een koelere periode aanbreekt moeten deze maatregelen weer aangepast worden. Vooral de voeropname zal snel toenemen, wat tot gevolg kan hebben dat pensverzuring kan optreden. Hierbij kan in overleg met de voorlichter overwogen worden de kalveren weer een paar voedingen terug te nemen.

Belangrijk: Blijf alert op het weervooruitzicht. Hierdoor bent U voorbereid en kunt U sneller anticiperen. Denk verder ook aan Uzelf.

Aanmelden voor de nieuwsbrief?