LEVER:
Van een lever zien we in de stal niet veel, het orgaan zit in het kalf en functioneert meestal naar behoren.
Vaak horen we iets over de levers na de dood van de kalveren. Bij enkele dieren omdat er tijdens sectie afwijkingen aan de levers worden gevonden, maar meestal via een terugkoppeling uit het slachthuis, in de vorm van afgekeurde levers.
Zelden zien we bij een levend kalf een slecht functionerende lever.
Functies lever:
Allereerst is de lever van belang bij de stofwisseling;
Voedsel wordt via de darm opgenomen in het bloed, dit stroomt via de poortader door de lever.
De levercellen nemen het voedsel (eiwitten, vetten en koolhydraten) op en het bloed stroomt terug via het hart naar de longen.
Het voedsel wordt in de lever omgezet in “hapklare” brokjes (waar het lichaam iets mee kan) en wordt dan weer meegegeven aan het bloed richting de rest van het lichaam.
De lever heeft ook een opslagfunctie
Een deel van de voeding (suikers voor snelle actie, zoals vluchten), maar ook bloed, ijzer, andere mineralen en vitamines worden deels bewaard in de lever. Overtollige energie/voeding zal in de vorm van vet, elders in het lichaam worden opgeslagen.
Galproductie;
De levercellen produceren gal, dat verzameld wordt in de galblaas. Deze mondt via een buisje uit in de darm. De gal speelt een belangrijke rol in de vertering van vetten in de darm, maar ook in de afvoer van vetoplosbare afvalstoffen. Na een vetrijke maaltijd al de galblaas samenknijpen om dit vet verteerd te krijgen.
Ontgiften:
De lever is bijzonder goed in het verwerken van “afval”. Hij filtert alle “giftige” stoffen uit het bloed. Via de galgangen en galblaas worden ze naar de darm uitgescheiden. Dit zijn afvalstoffen van bv rode bloedcellen (bilirubine), gal is groen van kleur.
Ook antibiotica worden gezien als gifstof. De lever zal proberen om de antibiotica (deels) via darm uit te scheiden. Soms wordt een deel van deze antibiotica verderop in de darm weer opgenomen (enterohepatische kringloop) en komt zo weer terug in het bloed. Op deze manier zal de concentratie antibioticum langer hoog blijven. Een ander deel van antibiotica zal via de nieren het lichaam verlaten.
Bij de afbraak van eiwitten ontstaat ammoniak , wat zeer giftig is voor het kalf. Dit wordt door de lever zelf in ureum omgezet. Om dit uit het lichaam te verwijderen maakt de lever gebruik van de nieren.
Problemen;
- De lever is (net als longen en nieren) zeer bloedrijk, problemen in het bloed zijn dus een direct gevaar voor het functioneren van deze organen. Denk b.v. aan ernstige bloedingen (bloeddrukdaling), maar ook tekort aan zuurstof of voeding.
- Een bloedvergiftiging (sepsis) kan tot uitval van de lever en nieren leiden. Indien er bacteriën door de bloedbaan stromen is de kans groot dat deze ook in bovengenoemde organen vast lopen en dan ontstekingen/abcessen veroorzaken.
- Houdt ook rekening bij het gebruik van ”giftige” antibiotica, te veel of te lang kan zeker voor de lever en nieren tot problemen leiden. Een aantal antibiotica zijn nefro (nier) of hepato (lever)toxisch. Hiermee moeten we dus extra voorzichtig zijn.
- Behalve antibiotica kunnen ook mycotoxinen (gifstoffen van schimmels) in bepaalde concentraties en combinaties in het voer leiden tot leverschade en een verminderde functie van de lever.
- Een slecht functionerende lever maakt, dat gifstoffen, die geproduceerd worden in het lichaam te lang en in een te hoge dosering in het bloed aanwezig blijven . Eén van de stoffen die standaard door de lever verwijderd wordt is bilirubine, een afvalproduct van rode bloedcellen. Bij slecht functioneren van de lever zal er dus ook teveel aan bilirubine in het bloed aanwezig blijven. Dit geeft geelverkleuring van slijmvliezen. Gele slijmvliezen kan dus wijzen op leverproblemen, maar ook plantenkleurstof (b.v. wortels) kan tot gele slijmvliezen leiden.
- Als er plots minder voedsel wordt opgenomen, wordt opgeslagen vet vanuit de weefsels teruggestuurd naar de lever om als energiebron te worden benut. De lever kan een deel van dit vet goed verwerken. Een ander deel van het vet kan niet meer omgezet worden en zal in de levercellen achter blijven. De dieren vermageren, terwijl de lever vervet.
Afkeuringen:
Een lever wordt bij de slacht beoordeeld op kleur, vorm en stevigheid. We willen zeker weten dat er geen ziektes in zitten, maar daar lever ook in zijn geheel verhandeld wordt, moet het er ook nog aantrekkelijk uit zien.
Bij ernstig leverfalen zal het karkas geel zien en in dat geval zal het hele karkas afgekeurd worden, inclusief de lever.
Bij een navelontsteking kan er schade van een oud abces aanwezig zijn, de bacteriën zijn inmiddels weg, maar de lever zelf is afwijkend en dus niet geschikt voor consumptie. Dit zien we ook bijvoorbeeld bij koeien met oude leverbot- of worminfectie.
Wanneer er nog een actief abces aanwezig is, zal het kalf voor nader onderzoek apart worden gehangen, het moet zeker zijn dat er geen bacteriën in het vlees zitten.
Sepsis
Bij acute sepsis zien we een reactie lever: gezwollen, vaak verandering van kleur (van roder tot bleek).
Bij dieren die een sepsis door goede en vooral snelle behandeling overleven, zie je soms dat er bacteriën in lever en nieren vastgelopen zijn. Hier blijven littekens van over (vaak witte vlekken of onregelmatigheden van het oppervlak). Het kalf is hersteld, maar de lever is toch niet voor consumptie gewenst.
Als dieren door (tijdelijk) slechte eetlust een leververvetting krijgen, zal de lever bol en bleek zijn. Het dier kan inmiddels volledig hersteld zijn, maar ook hier is het uiterlijk van de lever niet aantrekkelijk voor consumptie.
Tot slot, en hier zijn al eerdere nieuwsbrieven aan gewijd, pensverzuring.
(https://www.dapthewi.nl/verzuring-en-te-snelle-ademhaling/)
Bij een subklinische (dat wil zeggen dat we aan het kalf niets van ziekte waarnemen) pensverzuring zal de samenstelling van bacteriën en protozoën in de pens gaan afwijken. Vaak zien we dan een overgroei aan ettervormers. Deze bacteriën tasten de penswand aan en komen via het bloed in de lever terecht, waar het leverabcessen geeft. Bij openbreken van deze abcessen kan dit tot een plots dood kalf leiden. Indien het abces heel blijft, wordt zo’n lever uiteraard ook afgekeurd.
Met al deze wetenschap kan het verstandig zijn, om bij slachtresultaten even verder te kijken dan het gewicht. Een klein percentage afkeuringen is onvermijdelijk. Maar als er een plotse stijging te zien is, van afgekeurde levers (zie boven), maar ook van nieren of longen, kan het interessant zijn om eens te kijken naar achterliggende oorzaak. Gezonde organen leveren gezonde dieren en andersom.