Bevorderen optimale weerstand van het kalf en voorkomen ijzershock
Vitaminen, mineralen en sporenelementen zijn belangrijke elementen voor de ontwikkeling van het immuunsysteem en de groei van het kalf . Omdat pasgeboren kalveren vaak te kampen hebben met een tekort aan deze elementen, is het belangrijk om deze aan te vullen. Vaak is alleen melkvoeding niet voldoende om in de volledige behoefte van de voedingsstoffen te voorzien.
Enzymen
Het kalf heeft allerlei stoffen nodig voor het efficiënt benutten van de voeding en om de energie en eiwitten die het kalf opneemt, efficiënt om te zetten in groei. Dit vraagt om een continue aanmaak van enzymen die de stofwisseling goed laat verlopen en onder controle houden.
Sporenelementen
Onderdelen als koper, zink en mangaan zijn essentieel voor veel enzymen. Deze sporenelementen dienen daarom op een optimaal niveau verstrekt te worden aan het kalf. Bij mogelijke te korten zoals bijvoorbeeld kalveren die herstellende zijn van een ziekte kunnen er tekorten ontstaan. Deze kalveren hebben minder van deze stoffen uit de melk opgenomen en hebben door de ziekte een hoger verbruik gehad. Hier is het mogelijk deze per injectie weer op peil te brengen/weer aan te vullen
Vitaminen
Daarnaast zijn B- vitamines essentieel voor een goede werking van veel enzymen. Efficiënte omzettingen van koolhydraten, eiwitten en vetten naar spiereiwit vraagt om een nauwe samenwerking tussen enzymen en B- vitamines. Kortom een combinatie van B- vitamines met koper, zink en mangaan vormen de basis voor een efficiënte groei van het kalf.
Selenium, Vitamine E en Vitamine C zijn de belangrijkste weerstand verhogende stoffen en kunnen vaak oraal door de melk toegediend te worden. Vitamine C wordt daarbij nogal eens ingezet in geval van stressmomenten, zoals voerwisselingen of abnormale weersomstandigheden zoals extreme hitte.
Vitamine A is belangrijk voor de zichtontwikkeling bij het kalf en draagt ook bij aan de basale groei en ontwikkeling van het kalf, omdat het een rol speelt in het onderhoud van celweefsel.
Vitamine D is een essentiële schakel in het calciummetabolisme en is daarmee mede verantwoordelijk voor de botopbouw. Onvoldoende vitamine D leidt tot een suboptimale botopbouw en dus ook tot een suboptimale groei van het kalf.
Ijzer
IJzer speelt een belangrijke rol bij het transport van zuurstof en voor de opbouw van energie.
Dit wordt door het kalf gebruikt in verschillende lichaamsprocessen, voornamelijk in de productie van hemoglobine (in het bloed) en myoglobine (in de spieren). Dit zijn stoffen die zuurstof binden en transporteren door het lichaam. Verder is ijzer bij het kalf van belang voor de afweer, een optimale groei en voederconversie en voor de algemene fitheid van de dieren. Jonge kalveren hebben van nature een erg kleine ijzervoorraad en om het kalf gezond te houden moet dus voldoende ijzer aangevoerd worden.
Opname ijzer
De hoeveelheid ijzer in het lichaam van een kalf wordt mede bepaald door het seizoen, het ras, de nationaliteit, de groeisnelheid, de gehaltes in de verschillende (ruw)voeders en water, maar ook door aanvoer vanuit de stal door roestvorming of ongewenste ‘’besmettingen’’ van het (ruw) voer. Rekening houdende met deze verschillende omstandigheden wordt aan de kalveren extra ijzer verstrekt door middel van bijvoeding en/of injectie. (al dan niet na HB/serumijzer bepaling en rekening houdend met bedrijfscorrecties).
Ook voor nuchtere rosé kalveren raden we aan zo spoedig mogelijk na binnenkomst ijzer bij te geven, liefst gecombineerd met ( oraal) multivitaminen. Dit omdat gebleken is dat rond 70% van de Nederlandse en Duitse HF kalveren te blank op uw bedrijf aankomen.
Voorkomen van ijzershock
IJzer shock ontstaat doordat vrij ijzer de celwand aantast (oxideert) waardoor deze kapotgaat. Dit zet een kettingreactie op gang, die weer naburige cellen aantast. De heftige immuunreactie van het lichaam hierop is de aanleiding tot ijzershock, welke in zeer korte tijd tot de dood kan leiden. Door de kalveren preventief Acetylsalicylzuur te geven, kan de kans op deze complicatie aanzienlijk verkleind worden. De beschermende werking van Acetylsalicylzuur is, dat het een stofje in het lichaam stimuleert (Ferrine) wat dit vrij ijzer bindt voordat het schade kan aanrichten aan de cellen.
Alvorens de kalveren bij te spuiten met ijzer wordt aangeraden om eerst 2 voedingen ongeveer 1 gram per kalf Acetylsalicylzuur te voeren ten einde ijzershock te voorkomen. Na de tweede voeding moet niet te lang worden gewacht met beginnen bij te spuiten, omdat de werking na verloop van tijd minder wordt.
Acetylsalicylzuur lost niet op in water. Het advies dat we hierbij meegeven is om de Acetylsalicylzuur eerst te mengen in water van 75 graden en er vooral voor te zorgen dat alles in beweging blijft zodat de Acetylsalicylzuur niet kan uitzakken op de bodem. Op deze manier vermijd je dat sommige kalveren een te hoge dosis krijgen, en anderen niets, met alle gevolgen van dien.
Behandeling bij shock
Na injectie van ijzer is het aangeraden om de kalveren extra te controleren en deze kalveren bij eerste tekenen van shock (versnelde ademhaling, platliggen, zwijmelen) direct te behandelen met een corticosteroïd en een Calcium preparaat.